Kaapstad week 4

11 november 2018 - Kaapstad, Zuid-Afrika

“Nee hier hoeven we niet op te reageren dit gebeurt heel vaak. Meestal is er niks aan de hand.” Ik kijk de verpleegkundige en schoonmaakster aan die moeten lachen om mijn bezorgde gezicht. “Dus dit alarm kunnen we negeren?” schreeuw ik door het oorverdovende lawaai van het alarm heen. “Ja hoor hij stopt vanzelf weer.” Ik loop met mijn handen over mijn oren terug naar de tafel waar ik bezig was om te rapporteren. Door mijn hoofd gaan de protocollen die op de gang hangen voor wat je moet doen bij een bommelding of als er een ouder gewapend besluit helemaal los te gaan. Dan rent er opeens een man de afdeling op die iets in het Afrikaans schreeuwt. De verpleegkundige en schoonmaakster beginnen te rennen. Ze trekken de deur van de keuken open en een flinke rookwolk ontsnapt de afdeling op. Uit de rookwolk komt de man gerend met een rokende/vlammende toastrooster. Hij neemt een sprintje naar buiten en gooit het ding neer. Opeens komen er overal mannen vandaan die alle deuren en ramen open gooien. De afdeling begint zich steeds meer met rook te vullen. Ironisch genoeg is het alarm er nu wel mee gestopt. Net op het moment dat ik mij bedenk dat de zieke kinderen rook aan het inademen zijn komt er een Sister de afdeling op gerend. “Waarom hebben jullie die kinderen nog niet naar buiten gebracht? Wat is er mis met jullie?” schreeuwt ze woedend. Ik pak twee kinderen, elk onder een arm, en zet ze snel buiten neer. Ik ren weer naar binnen om de volgende te pakken maar de verpleegkundige en schoonmaakster zijn me voor. Gelukkig zijn het er maar zes omdat de rest naar school of de opvang is. Ik besluit buiten op de kinderen te passen terwijl ongeveer tien man proberen de rook naar buiten te wapperen, wat overigens best een grappig gezicht was. Mijn staff nurse, die naar een vergadering was, staat verbaast te kijken naar de rook op de afdeling. Ze komt naar mij toegelopen voor uitleg. Ze knikt enkel en zegt: “Tijdens de vergadering zei ik nog dat we misschien toch eens het alarm serieus moeten gaan nemen.”  Goh…

Ik voel mij volledig veilig op het St. Joseph. Op zulk soort momenten vraag ik me wel eens af of het geen schijnveiligheid is. Er staan hekken om het gebouw en er is personeel om in geval van nood te helpen. Toch is onze broodrooster nu gaar en is een stuk van het aanrecht en de muur zwart. Dit alles, bleek later, omdat iemand haar brood eruit was vergeten te halen. Nee ik was het niet, op de een of andere manier gaan de mensen die ik dit verhaal heb verteld daar wel van uit. Zegt genoeg over mij denk ik.

Ik heb deze week voor het eerst een injectie mogen zetten. Ja ik weet dat dit als derde jaar verpleegkunde student niet bijzonder hoeft te zijn maar voor mij wel. Ik heb dit namelijk alleen nog maar geoefend op een pop op school. In de praktijk heb ik hier nooit de kans toe gehad. Ik was helemaal blij toen mijn staff nurse vroeg of ik dit kon en wilde doen. Ik stond ongeveer op en neer te springen van enthousiasme. Ik heb de medicatie klaargemaakt en heb nog snel even gevraagd hoe mijn staff nurse de spuit zou toedienen. Dit gaat dus wel, in tegenstelling tot de trachea stoma van vorige week, volledig zoals ik verwachtte. Ik heb de spuit goed ingebracht en heb heel stoer de vloeistof in de arm gespoten. Toen ik de naald er weer uit haalde hapte ik opgelucht naar adem. Ik besefte toen pas dat ik al die tijd mijn adem had in gehouden. Mijn staff nurse stond me dan ook flink uit te lachen.

Ik heb een jongetje op de afdeling waar ik een haat liefde relatie mee opgebouwd heb. Hij heeft mij denk ik van alle kinderen het meeste geschopt, geslagen, geknepen en naar me gespuugd. Toch merkte ik dat het meer een schreeuw om aandacht is dan echt een slechte jongen. Ik schreef al een keer dat ik druk bezig ben met mijn tactiek van positieve aandacht. Dit lukt nog niet echt bij alle 26 kinderen. Daarom dat ik mij op Stefan heb gericht. Dit is overigens een fictieve naam in verband met de privacy van dit knulletje. Stefan is vier jaar oud en begroet mij elke ochtend als eerste met een knuffel. Als iets niet volgens zijn zin gaat gebruikt hij standaard geweld. Elke keer als hij wat goed doet prijs ik hem nu dus de hemel in, doet hij iets verkeerd probeer ik er met hem over te praten. Donderdag ging het erg goed. Hij luisterde de hele dag netjes naar me. Vrijdag heeft hij me half gewurgd. Ik was in één klap terug bij af omdat ik ontzettend boos ben geworden en mijn hele tactiek van rustig blijven en praten niet meer bij mij opkwam. Hij luisterde niet dus ik tilde hem op om hem bij de andere kinderen te zetten toen hij besloot om mijn keel half dicht te knijpen. Nu is het een kind van vier dus heb ik het geluk dat het allemaal wel mee valt met mijn keel. Ja het deed pijn maar ik denk dat ik vooral heel erg verontwaardigd was. Dus heb ik hem in zijn bed gegooid en gezegd dat ik hem voorlopig niet meer hoefde te zien. Toen ik tot honderd had geteld was ik weer rustig en ben ik naar hem toe gelopen om te vragen waarom hij zo vervelend deed. Dit wist hij niet precies. Wel heeft hij sorry gezegd. Ik vraag me af hoe erg hij het meent maar ik heb het er maar bij gelaten. Toen ik het er met mijn staff nurse over had legde ze mij zijn gedrag uit. Stefan woont in een gezin met zeven andere kinderen en twee alcohol verslaafde ouders. Als hij een weekend thuis is geweest komt hij vaak volledig verwaarloosd terug. Hiermee bedoel ik dan dat hij niks te eten of drinken heeft gehad, zijn medicatie niet gegeven is en hij non stop moet vechten om aandacht. Dit verklaard waarom hij vaak eten op de afdeling steelt of bij de meest kleine dingen al geweld gebruikt, hij is niet anders gewend. Ik vind ouders die alcohol drinken en geweld gebruiken bij hun kinderen sowieso al te belachelijk voor woorden. Maar meestal betreft het één ouder en kan het kind bij de andere ouder terecht. Dit kan Stefan dus niet waardoor hij op zichzelf en zijn broers en zussen is aangewezen. Het vervelende is ook dat ze geen concreet bewijs hebben en dus druk bezig zijn met het zoeken naar een oplossing. Helaas lijkt het er nu op dat als ze niks vinden hij weer terug gaat naar zijn ouders. Op dat moment wilde ik hem alleen maar knuffelen en haast sorry zeggen dat ik boos was geworden. Maar ja om nou geweld toe te staan is ook weer zo wat.

Zaterdag was een dag die niet ging zoals gepland. Ik werd wakker en zag dat Floor had geappt dat er een monster op haar badkamer zat. Ik ging er vanuit dat het wel mee zou vallen. Toen ik haar badkamer deur voorzichtig opende snapte ik waarom Floor zo geschrokken was. Blijkbaar zijn ook de kakkerlakken hier maatje gigantisch. Terwijl ik langzaam de deur weer sluit en Floor waarschijnlijk opzoek is naar de eerste beste vlucht terug naar Nederland bedenk ik mij ook dat ik ooit gehoord heb dat als je een kakkerlak dood hij eitjes kan achterlaten. We laten het monster even voor wat het is en gaan naar Esther omdat ze liet weten dat het niet goed met haar gaat. Vorig weekend was ze ziek geworden van de sushi, in elk geval dat denken we. Nu moet ze weer overgeven en heeft ze erge hoofdpijn. Natuurlijk als verpleegkunde studenten hebben we netjes de patronen van Gorden uitgevraagd en geprobeerd een diagnose te stellen. Toch leek het ons wijzer om naar een ziekenhuis te gaan hier niet ver vandaan. Ik heb gereden, als een oma omdat Esther onze heldin achter het stuur is en ik iets minder laten we maar zeggen. Bij de eerste hulp werden we gelukkig snel geholpen. Er zijn allerlei metingen gedaan die gelukkig goed bleken te zijn. Alleen in het bloed was terug te zien dat ze een virale infectie heeft. Hiervoor heeft ze medicatie gekregen tegen de pijn en misselijkheid. Daarnaast moet ze drie dagen rust houden. Toen we thuis kwamen heeft ze de medicatie gelijk genomen wat gelukkig snel zijn werk deed. Wel besefte we dat het monster zich nog steeds in de badkamer van Floor begaf. Ik had een vriendin van mij die biologie studeert een berichtje gestuurd of het klopt van de eitjes, haar bevestigende antwoord zorgde niet echt voor rust in dit huis. Het monster moest dus levend naar buiten. Esther heeft heel dapper, ik weet ook niet wat er in die medicatie zit, een emmer over het monster gezet. Daarna hebben Floor en ik hieronder een snijplank geschoven wat met het benodigde gegil ging. We hebben het monster buiten gezet en vriendelijk verzocht of hij samen met elk ander eng dier op gepaste afstand van ons huis zou willen blijven.

Zondag zijn Floor en ik naar een fundraiser van het St. Joseph gegaan. Hier hebben we als vrijwilligers geholpen met thee zetten. Het evenement vond plaats in een gigantische tuin. De meest mooie bloemen, bomen en andere planten stonden hier te stralen. Een groot zwembad en verschillende mooie terrassen die uitkijken op de gigantische tuin. Dit mooie landgoed word daadwerkelijk bewoond. De bewoners stellen hun tuin elk jaar open zodat het St. Joseph dit evenement kan organiseren. Wat erg opviel was dat het publiek dat op dit evenement afkwam stuk voor stuk blank was. Ook hadden ze duidelijk geld gezien de mooie kleding die ze droegen. Als ik dan kinderen voorbij zag komen die thee en lekkernijen van hun ouders hadden gehad vond ik het toch vreemd dat de kinderen in het St. Joseph zo’n ander leven hebben. Hoe de verschillen soms zo groot kunnen zijn. Hoe je haast in zo’n tuin zou vergeten dat een paar kilometer verderop een sloppenwijk zit.

Ik wil jullie allemaal nog heel erg bedankt voor de lieve donaties aan het St. Joseph. Zoals ik in een van de vorige blogs schreef wilde ik geen cadeaus voor mijn verjaardag maar geld om dit te doneren aan het St. Joseph. Hier is heel veel reactie op gekomen. Ik heb op fb een bericht gedaan om iedereen te bedanken maar vergat dat er ook vele van jullie wel mijn blog lezen maar niet op fb zitten. Daarom wil ik jullie nogmaals via deze weg heel erg bedanken. Het bedrag is uiteindelijk 5405 Rand geworden! Dit is een geweldig bedrag dat ik op mijn verjaardag heb kunnen doneren. Elke dag kom ik nog wel mensen op stage tegen die vragen of ik jullie allemaal wil bedanken. Dus bij deze 😉.

Als laatste wil ik dan nog even kwijt dat je beter niet kan bezuinigen op goedkoop wc papier en beter een wat duurdere kan pakken.

Foto’s