Kaapstad week 5

18 november 2018 - Kaapstad, Zuid-Afrika

“Kelly kan je me even komen helpen?” hoor ik Ronell, onze begeleidster, lichtelijk wanhopig zeggen. Het is opeens vrij duidelijk dat Ronell echt enkel op het kantoor zit en zich bezig houd met de organisatorische dingen van het St. Joseph. “Ze luisteren gewoon echt niet.” Zegt ze terwijl ze een poging doet een paar kinderen van zich af te duwen. “Kom op naar bed jullie kunnen zo verder met uitzoeken!” Roep ik iets harder dan normaal om indruk op Ronell te maken aangezien ze mij nooit op de afdeling ziet maar wel voor een groot gedeelte over mijn stage gaat. Er gebeurt helaas geen wonder en de kinderen kijken niet eens op. Ronell druipt langzaam af en laat ons in de chaos achter. “Allemaal klaar nu! Stop ermee! Naar bed!” Gilt mijn staff nurse die een verwoede poging doet drie vechtende kinderen uit elkaar te halen. Maar zelfs het “gezag” van de staff nurse helpt nu niet. Eén voor één til ik de kinderen op en leg ik ze in bed. Als iedereen dan eindelijk op bed ligt kijk ik naar de rotzooi. Nog geen 10 minuten geleden kwamen er opeens drie vrijwilligers binnen met Ronell en een hele grote bak met speelgoed. “Er is speelgoed gedoneerd en jullie mogen allemaal wat leuks uitkiezen.” Riep een van de nietsvermoedende vrijwilligers. Nog geen minuut later was het te vergelijken met de Black Friday filmpjes die je wel eens vanuit Amerika voorbij ziet komen. Overal kinderen die rennen, gillen en vechten om het speelgoed. Ronell en de vrijwilligers hebben foto’s gemaakt waar hoogstwaarschijnlijk teksten bij komen te staan hoe dankbaar de kinderen zijn en hoe lief ze waren. Wij weten nu allemaal dat het iets anders verliep. “Gebeurt dit vaker?” vraag ik mijn staff nurse die net het laatste kind met een diepe zucht in bed legt. “Rond kerst besluit iedereen opeens te doneren. Het speelgoed is alleen helaas over twee dagen al kapot of kwijt omdat ze er om zullen blijven vechten. Bereid je dus maar voor dat dit vaker gaat gebeuren.”

Met mij en Stefan gaat het steeds beter. Het knulletje is oprecht beter gaan luisteren naar mij. Nu moet ik toegeven dat hij nog steeds dezelfde streken uithaalt. Hij steelt eten en gaat op de vuist met ieder die hem in zijn ogen lastig valt of als er dus speelgoed word gedoneerd. Wel luistert hij nu naar mij als ik hem vertel dat hij iets wel of niet moet doen. Het is dus vooruitgang, iets in elk geval. Deze week zat hij op mijn schoot terwijl ik aan het rapporteren was. Hij zat naar mijn hals te staren en ging er met zijn hand langs en schudde zijn hoofd. “Hier mag ik niet knijpen want dan doe ik jou pijn.” Zei hij opeens uit zichzelf. Vorige week had hij mij namelijk hier vol geknepen toen hij het niet met mij eens was. Ik was heel verbaasd dat hij onthouden had dat ik dat gezegd had. Ik heb vorige week dus blijkbaar toch indruk op hem gemaakt.

Deze week was een dag mijn staff nurse ziek. Een verpleegkundige kwam naar mij toe en vertelde mij dat ik de medicatie, dokters gesprek en de verpleegtechnische handelingen vandaag moest doen omdat niemand anders dat kon die aanwezig was. Gelukkig was er een Sister die mij kwam helpen, ik heb haar alleen die dag nauwelijks gezien waardoor ik alsnog veel zelf moest doen. De medicatie en het gesprek met de dokter gingen goed. Alleen moest ik ook de trachea stoma schoonmaken. Een trachea stoma is een buis in de hals waardoor je kan ademen. Het verwisselen hiervan ging de vorige keer niet helemaal zoals gepland maar het schoonmaken kan ik ondertussen wel. Ik had het alleen nog niet alleen gedaan. Je gaat met een slangetje de buis in en zuigt het slijm eruit. Er kan dus eigenlijk niet zoveel mis gaan. Ik legde het meisje op haar bed en legde uit wat ik ging doen. Op het moment dat ik het bescherm hoesje van de buis heb gehaald en even een halve seconde wegkijk om deze weg te leggen op de kast naast het bed, trekt ze opeens half haar trachea stoma eruit. Ik schrik me helemaal kapot en duw hem vliegensvlug terug. Ik word boos op haar maar ze moet alleen maar lachen. Nadat ik alles schoongemaakt had ben ik naar de verpleegkundige gelopen om uit te leggen wat er gebeurt was. “Oh joh dat doet ze wel vaker.” Fijn dat dit even van te voren tegen mij gezegd was. Die trachea stoma en ik hebben het niet zo met elkaar blijkt wel weer.

Afgelopen donderdag zijn we aangehouden door de traffic service, dit is een soort van politie, toen we onderweg waren naar stage. We stonden voor het stoplicht gesorteerd voor rechtdoor terwijl we rechtsaf moesten. Dit doen wel meer mensen omdat dit prima kan en je anders heel lang moet wachten. Voor ons stond een taxibusje die precies hetzelfde idee had. Hier was de politie het alleen niet helemaal mee eens. Zodra we afsloegen gingen de sirenes aan en moesten we naar de kant. Esther en Floor deden bijna synchroon hun vest open waardoor het verpleegkundig pak beter zichtbaar werd. Wij hebben namelijk gehoord dat de politie je nog wel eens laat gaan als ze zien dat je in de zorg werkt omdat ze hier veel respect voor hebben. Esther zegt nog snel dat we domme Nederlanders zijn en dan staat de agent naast ons. Esther blijft herhalen dat ze er niks van snapt en dat we Nederlands zijn. Als de agent uitlegt dat we niet naar rechts hadden mogen gaan roepen we alle drie even verbaasd dat we echt geen idee hadden. Esther voegt er nog aan toe dat we enkel het voorbeeld van het busje volgden. De agent snapt het allemaal goed en laat ons gaan zonder boete. De volgende dag zijn we toch maar op de juiste plek gaan staan voor de zekerheid.

Binnen de categorie dieren in huis hadden we deze week gelukkig een iets bekender en minder eng dier. Desalniettemin was het wel weer een bizarre situatie. Ik stond met Esther te praten in de woonkamer. Even als situatie beschrijving; de glazen schuifdeur stond wagenwijd open, ik stond hier met mijn rug naar toe maar Esther keek hier wel op uit. Ik zie Esther haar ogen groot worden waarbij ze vol verbazing zegt: “Nee joh, nee gaat die echt? Omg nee!” Ik hoor opeens gefladder achter mij en er vliegt een duif ons huis binnen. Als ik Esther moet geloven kwam die gewoon rustig aan gevlogen alsof zijn plan ook echt was om even op bezoek te komen. In het huis bedenkt de duif dat het geen slim plan is om hier te blijven en draait zich direct om, neemt een flinke vaart om weer door de schuifdeur naar buiten te vliegen maar vergeet even dat de rechterkant open is, niet de linker. Met een harde klap vliegt hij tegen de schuifdeur aan en blijft verward op de grond zitten. Hij kijkt me aan alsof hij uitleg verwacht waarom hij er opeens niet meer doorheen kan. Ik jaag hem met behulp van het gordijn meer naar rechts waar hij weer naar buiten kan. Misschien een boordje op de schuifdeur hangen met verboden voor dieren?

Zaterdag zijn we wezen ziplijnen. Er werd bij de instructies verteld dat je goed vastzit, mocht dit het begeven heb je een extra zekering en mocht die het ook nog begeven dan heb je altijd nog een derde zekering. Mocht dit alles nu toch loslaten dan heb je gelukkig nog een helm op. Deze zal vast heel zinvol zijn als je tientallen meters omlaag valt. Iedereen met een gezond verstand verklaart ons natuurlijk volledig voor gek. Het waren elf afdalingen en ik moet toegeven dat de eerste keer best spannend was. Het word daarna alleen maar leuker. We zijn ongeveer drie tot vier uur bezig geweest en toch was het zo om. Ik denk dat dit samen met de tafelberg beklimmen wel één van de hoogte punten is geweest tot nog toe hier in Kaapstad.

Toen we aan het einde van de middag thuis kwamen was er een braai (dit is een bbq maar dat mag je hier niet zeggen want dat is Amerikaans en een braai is Zuid-Afrikaans) in de straat bezig. Onze buren vroegen direct of we erbij kwamen zitten. Het was erg gezellig en hier hebben we drie jongens ontmoet waarmee we s’ avonds zijn gaan stappen. We zijn in Muizenberg naar twee kroegen geweest. Toen we gingen dansen beseften we weer even goed dat we in Kaapstad zitten. De jongens vlogen de dansvloer op en begonnen, in onze ogen, gek te dansen, schreeuwen en fluiten. Op de een of andere manier ging het fluiten en gillen wel telkens tegelijkertijd waardoor het dus duidelijk werd dat er ergens logica achter moet zitten. Mijn dansmoves zijn al niet best in Nederland aangezien ik er van overtuigd ben dat er ergens een plank vergroeid is in mijn lichaam maar in Zuid-Afrika valt het al helemaal op. De meeste mensen zijn hier heel los en ritmisch. Het bleef wel een raar gezicht. Het dansen was een soort van slingeren met je armen en door je knieën gaan waarbij je ronddraait en op en neer springt. Beter dan dit ga ik het niet kunnen uitleggen. Het klinkt waarschijnlijk heel vaag maar dat was het eerlijk gezegd ook. Ze hebben me het proberen te leren, natuurlijk bleek ik gelijk een natuurtalent te zijn. Volgende keer maar weer oefenen zodat ik straks in Nederland in de club ook schreeuwend en fluitend kan gaan staan dansen, valt de plank in mijn lichaam opeens niet meer zo op denk ik.

Dan wil ik als laatste nog kwijt dat als je lampjes voor in de kerstboom koopt (ja dat doen ze hier al in november) je goed moet kijken of het geen knipperende lampjes zijn, scheelt je weer hoofdpijn.

Foto’s